Paleizen voor het volk, plekken voor iedereen

De Schots-Amerikaanse Andrew Carnegie opereerde eind negentiende eeuw als een soort proto-Bill Gates: obsceen rijk worden als meedogenloze kapitalist, om dat geld vervolgens uit te geven aan maatschappelijke projecten die je belangrijk vindt. In het geval van Carnegie waren dat duizenden grote bibliotheken. Hij noemde ze paleizen voor het volk.

Nu, ruim honderd jaar later, staat het merendeel van die bibliotheken er nog steeds, en creëren ze een unieke vorm van publieke ruimte. De bibliotheek is de enige plek waar iedereen naar binnen mag zonder iets te hoeven kopen. Een oase in de consumptiemaatschappij.

Bibliotheken zijn geliefd. Lale Gül beschrijft in haar bestseller Ik ga leven hoe de bieb een wereld voor haar opende: “Een schat aan spannende verhalen, de Donald Duck, computers met internetverbinding, dvd’s, een chocomelkapparaat, en dat geheel en al gratis.” Voor rapper en schrijver Massih Hutak is de bibliotheek een vrijplaats waar hij leerde piano spelen, zijn eerste verhalen schreef en stiekem schuifelde met een meisje in één van de vergaderzalen: “School, straat, hiphop, literatuur, religie, kunst, liefde en Amsterdam kwamen voor mij allemaal samen in de bieb. Een plek waar je veilig kon verdwalen.”

Die universele liefde voor de bibliotheek gaat bizar genoeg gepaard met een universele politieke ambitie om de bibliotheek weg te bezuinigen. Recent nog werden in Amsterdam vier locaties bedreigd met sluiting door een vermindering van het budget met anderhalf miljoen. We lijken collectief niet te begrijpen waar bibliotheken voor nodig zijn en welke functie ze vervullen.

De Amerikaanse auteur Eric Klinenberg weet dat wel. In 1995 deed hij onderzoek naar een dodelijke hittegolf in Chicago. Tussen buurten die demografisch en economisch identiek aan elkaar waren bleken toch grote verschillen te zitten in de sterftecijfers naar aanleiding van het extreem warme weer. Hij ontdekte dat de buurten waar minder mensen waren overleden, de buurten waren met meer sociale infrastructuur. Sociale infrastructuur zijn de fysieke omstandigheden die ervoor zorgen dat mensen sterke en wederzijds ondersteunende relaties met elkaar opbouwen. Dit soort infrastructuur is een noodzakelijke voorwaarde voor het bouwen van sociaal kapitaal. En laten bibliotheken daar nou het best mogelijke en tegelijkertijd meest onderschatte voorbeeld van zijn. We zijn ons er blijkbaar onvoldoende van bewust hoe onze omgeving ons sociale gedrag beïnvloed.

Dat gebrek aan besef wordt extra pijnlijk in de digitale ruimte. Iedereen snapt inmiddels dat Instagram, YouTube en TikTok geen infrastructuur zijn voor het vergroten van sociaal kapitaal. Het zijn surveillance- en advertentiemachines, gerund door hedendaagse Carnegies. Nagenoeg zonder na te denken over de consequenties laten we winstbeluste Amerikaanse en Chinese techbedrijven bepalen hoe we ons tot elkaar moeten verhouden en hoe we ons in onze informatiebehoefte moeten voorzien. Zij hebben het alleenrecht om te besluiten over wie er mee mag doen en wat er te zien is. Ze radicaliseren in plaats van dat ze socialiseren.

Stel je voor dat we zouden besluiten om te investeren in een digitale sociale infrastructuur. En dat we ons daarbij laten inspireren door de bibliotheek. Dan zouden we digitale publieke plekken krijgen, waar iedereen welkom is en die actief zo toegankelijk mogelijk worden gemaakt. Je zou er volledig anoniem aan deel kunnen nemen, zonder dat er wat van je wordt verwacht. Je zou er informatie kunnen vinden die tegendraads is of in jouw directe omgeving wellicht zelfs taboe is (“a truly great library contains something in it to offend everyone” zei bibliothecaris Jo Godwin ooit). En er zouden allerlei gratis en inclusieve activiteiten worden georganiseerd om mensen met elkaar te verbinden. We zouden daar toegang kunnen hebben tot ons gedeelde erfgoed en zo onze gedeelde cultuur kunnen vormgeven. En het digitale gereedschap zou ons uiteraard helpen om elkaar in de fysieke wereld te ontmoeten. Misschien wel bij de bibliotheek.

Laten we dit soort digitale publieke plekken zo snel mogelijk gaan bouwen. En deze keer zonder filantropen als Carnegie, maar gewoon met publieke middelen.


Eric Klinenberg schreef het boek Palaces for the People. Zijn boek wordt behandeld in een aflevering van de podcast 99% Invisible. Massih Hutak publiceerde zijn ode aan de OBA in het Parool. Een recent voorbeeld van voorgenomen bezuinigingen op bibliotheken – met mogelijke sluitingen tot gevolg – vind je hier. De Brooklyn Public Library legt in deze podcast uit hoe bibliotheken strijden tegen censuur. De Waag heeft een eerste aanzet gedaan voor de public stack, richting open, democratische en duurzame digitale publieke ruimtes. Als de OBA ooit een nieuwe directeur zoekt, dan sta ik klaar.

Deze column verscheen eerder bij Pakhuis de Zwijger als onderdeel van hun Nieuw Amsterdam Manifest 2022-2030. Foto door Schwede66 met een CC-BY-SA licentie.

The Books I Read in 2020

Covers of the books I read in 2020

At the end of each year, I list the books that I have read during that year. Earlier years were 2019, 2018, 2017, 2016, 2015, 2014, 2013 and 2012. Below, you will find the list of books that I’ve read in 2020. Every year I also include an overview of my other media consumption habits (magazines, RSS feeds and podcasts).

This year, I managed to accomplish my goal of reading one book per week. I read 53 books for a total of 14.241 pages. That is around 35% more than last year.

Once again, only about 25% of the books that I’ve read were written by women. This is what seems to happen when I just follow my interests. About half the books that I’ve read had authors that were born in the US or the UK, close to 20% were from Dutch writers, and only just over 30% came from the rest of the world.

I’ve ordered the list of books into categories that make sense to me (and that are in many ways overlapping and arbitrary). These are the books that I’ve read and what I thought of some of them:

Digital rights and technology

Doctorow’s insanely prodigious mind has produced a wonderfully smart screed against surveillance capitalism. Rasch has written a nearly poetic book about our technological predicament, and Ten Oever has shown that you can write a PhD thesis that is worth reading.

  • Cory Doctorow — How to Destroy Surveillance Capitalism (link)
  • Jessica Rijnboutt, Marcel Heerink and Pim Kruijt — Ethiek in ICT en techniek (link)
  • Miriam Rasch — Frictie (link)
  • Niels ten Oever — Wired Norms: Inscription, resistance, and subversion in the governance of the Internet infrastructure (link)
  • Richard A. Spinello — Cyberethics (link)

B00k C7ub 4 N3rd$

It was a very slow year for the book club. Žižek had a few key insights about the pandemic, but was mostly rambling otherwise. Arora showed a different perspective on the tech world and provided a solid critique of solutionist and techno-utopian thinking. Ball and Greenberg have both written books that are excellent for a laypersons audience, but that were slightly too familiar for my taste.

  • Andy Greenberg — Sandworm (link)
  • James Ball — The System (link)
  • Payal Arora — The Next Billion Users (link)
  • Slavoj Žižek — PANDEMIC! COVID-19 Shakes the World (link)

Sailing and the sea

While sailing across the Southern Atlantic, I naturally was interested in books about sailing and the sea. Rousmaniere’s book is an utterly complete and practical book about all aspects of sailing. Urbina’s reporting from the extreme edges of the lawless oceans was impressive, and Moitessier reported on how he sailed around the globe in a time before GPS and satellite phone.

  • Ian Urbina — The Outlaw Ocean (link)
  • John Rousmaniere — The Annapolis Book of Seamanship (link)
  • Bernard Moitessier — The Long Way (link)

I enjoy reading about the countries I am visiting while I am in them. So that meant a lot of reading about Brazil. I loved Holston’s critique of Brasília, thoroughly enjoyed Grann’s search for the hidden gold in the Amazon, and learned a lot about Brazil’s culture, economy and politics from Rohter. Baker’s book about St. Helena was unique (like the island itself), and Suzman showed how the indigenous people of Namibia managed to sustain themselves on 15 hours of work a week.

  • David Grann — The Lost City of Z (link)
  • Ian Baker — St Helena: One Man’s Island (link)
  • James Holston — The Modernist City: An Anthropological Critique of Brasília (link)
  • James Suzman — Affluence Without Abundance (link)
  • Larry Rohter — Brazil on the Rise (link)
  • Timothy A. Kerner — Biking São Paulo (link)
  • Oscar Niemeyer — My Architecture (link)
  • Tristan Gooley — The Lost Art of Reading Nature’s Signs (link)

The Pandemic

When COVID-19 hit I too felt the urge to learn about pandemics. I thought Barry’s book would help me understand what a pandemic does to society (it didn’t, it mostly explained what a struggle it was to get any sort of understanding about influenza). However, Giordano managed to write a short and quite insightful essay about the current pandemic.

  • Paolo Giordano — In tijden van besmetting (link)
  • John M. Barry — The Great Influenza (link)

Autobiography and the black experience

All of the following authors have used their personal experiences as a way to tell a larger story about race in their respective societies. These were some of the most impactful books I’ve read for the year. De Kom is a timeless classic, Gargard and Çankaya were both brutally honest, and therefore often quite painful to read. And Noah’s book is absolutely brilliant in how it balances between being funny and absolutely true.

  • Anton de Kom — Wij slaven van Suriname (link)
  • Clarice M.D. Gargard — Drakendochter (link)
  • Trevor Noah — Born a crime (link)
  • Sinan Çankaya — Mijn ontelbare identiteiten (link)

Programming and design

My PHP programming skills were about 15 years old and showed their age (basically I was still solving problems the old school way). Butler and Yank single-handedly managed to upgrade my skills to a 2015 level or so, allowing me to make a search engine for The Big Lebowski quotes.

  • Tom Butler and Kevin Yank — PHP & MySQL: Novice to Ninja (link)
  • Bruno Škvorc — Jump Start PHP Environment (link)
  • Erika Hall — Just Enough Research (link)

Fiction

As ever, the amount of fiction I’ve read in no way reflects the enjoyment I get out of it. Amado’s book reminded me of the joy I once had reading ‘A House for Mr. Biswas’ by Naipaul. It has the same type of light and witty tone, while sharply critiquing society. Evaristo has written a beautiful book about the black female experience in the UK of today, while Emezi has written a pretty disturbing book about trauma. Choukri’s book is a haunting account about growing up poor in post-war North Morocco. After reading Tokarczuk, I now understand why she received the Nobel Prize for literature.

  • Jorge Amado — Gabriela, Clove and Cinnamon (link)
  • Bernardine Evaristo — Girl, woman, other (link)
  • Mohamed Choukri — Hongerjaren (link)
  • Akwaeke Emezi — Freshwater (link)
  • Olga Tokarczuk — Flights (link)
  • Kiley Reid — Such a Fun Age (link)
  • Barry Smit — De zaak-Mulder (link)
  • Hannah van Wieringen — All Over – acts of love (link)

Non-fiction

There was a lot to like in this category. If you ever wanted to learn how to cook then I can’t recommend Nosrat’s book highly enough (so much richer than her four episodes on Netflix). Pollan is probably my favourite non-fiction writer and his book about psychedelics was a treat. My ‘strijder’ Massih Hutak has written a full frontal and heartfelt attack on the gentrification of his beloved Amsterdam Noord. Kaner, Lind, Toldi, Fisk and Berger’s guide to facilitation is a must-have for anybody who works with groups of people towards a common goal. Rueb’s retelling of the story of a young girl who traveled to the caliphate and managed to escape was magistral. Tooze’s history of the 2008 economic crash taught me a lot about global finance and Malik has provided me with a global perspective on ethics. Brown has written an accessible guide to Stoic thinking and Perel’s book is an interesting take on relationships.

  • Samin Nosrat — Salt, Fat, Acid, Heat (link)
  • Michael Pollan — How to Change Your Mind (link)
  • Massih Hutak — Jij hebt ons niet ontdekt, wij waren hier altijd al (link)
  • Sam Kaner and Lenny Lind, Catherine Toldi, Sarah Fisk, and Duane Berger — Facilitator’s Guide to Participatory Decision-Making (link)
  • Thomas Rueb — Laura H. (link)
  • Adam Tooze — Crashed (link)
  • Kenan Malik — The Quest for a Moral Compass (link)
  • Alexander Wolff — The Audacity of Hoop (link)
  • Derren Brown — Happy (link)
  • Esther Perel — Mating in Captivity (link)
  • Nadia Benaissa — Liefdeswetten (link)
  • Scott Berkun — The Year Without Pants (link)
  • Shell International B.V. — Scenarios: An Explorer’s Guide (link)
  • David J Schwartz — The Magic of Thinking Big (link)
  • Linda de Greef and Ger Post, Christianne Vink, Lucy Wenting — Designing Interdisciplinary Education (link)

My consumption of other media

Due to the pandemic, I felt a high need for keeping up to date with the news. I therefore subscribed to the digital edition of the NRC and read it quite religiously up until about October. I was also subscribed to The Economist (mostly for their daily ‘Espresso’ update), the New York Review of Books, WIRED (digital only), and De Correspondent. I’ve newly subscribed to Logic, and am trying to find the time to read their in-depth pieces on technology.

I strongly prefer to keep up to date through RSS instead of through email newsletters. But I can’t escape email fully and read the newsletters I get from Rick Pastoor (about productivity), Dipsaus, Audrey Watters, and the local neighbourhood I live in. My favourite curators still are Cory Doctorow and Stephen Downes. Both provide me daily with interesting links (thankfully via RSS).

Authors I follow via RSS include Kashmir Hill, Zeynep Tufekci, Evgeny Morozov, Jaap-Henk Hoepman, Karin Spaink, Ben Thompson, Linda Duits, Maciej Cegłowski, Ian Bogost, Matt Taibi (only his free posts), Harold Jarche, Wilfred Rubens, Aral Balkan, Axel Arnbak, Matthew Green, and Bruce Schneier. Organizations and blogs I follow include Colossal, The Hmm, Bits of Freedom, EDRi, Controle Alt Delete, Bij Nader Inzien, XKCD, EFF, The Markup, The Intercept, The Black Archives, Stop Blackface, and Stichting Nederland Wordt Beter. I keep up to date with technology news through Guardian Tech and Tweakers.

My podcasting playlist has not changed much this year. I still listen to all new episodes of This American Life, Een Podcast over Media, This Week in Tech, Cautionary Tales, Dipsaus, Ear Hustle, Strangers (the free episodes only), Radio Rechtsstaat, Reply-all, and (new this year) Esther Perel’s Where Should We Begin. When an episode looks interesting I will listen to Code Switch, De Correspondent, Freakonomics, Intercepted, Glitch, Nextcloud Podcast, Philosophy 24/7, Philosophic Disquisitions, Philosophy Bites, Planet Money, RadioLab, The Tim Ferriss Show, and Your Undivided Attention. My friend Inge Wannet created a short and initially daily COVID-19 related theatrical podcast called Binnenwerkjes, which I thoroughly enjoyed. And I still love 99% Invisible, but am running at least 8 months behind.

There were quite a few one-off podcasting series that I listened to this year: I finally managed to get to the first season of Serial, I thought that De plantage van onze voorouders was incredibly well done, listened to The Missing Crypto Queen in one go, and similarly to De laatste dans. The Scaredy Cats Horror Show made laugh, while Nice White Parents and Kleine jongens steken niet were two very insightful pieces of journalistic work. Finally, I still have some episodes of Together Apart to go.

What will I be reading in 2021?

As I write this, I have currently started 18 books that I’ve yet to finish. I am hoping I will finish at least a few of those in the next couple of months. I don’t have a lot of reading intent for the coming year. I want to read at least two books by Toni Morrison, and I will likely read quite a lot of books about data/AI/technology ethics and about the relationship between technology and racism. Finally, I am hoping to up-skill my thinking on economics through reading Piketty’s Capital and Ideology and Kelton’s The Deficit Myth.

The “Pyramid Scheme Economy”

Pyramid Scheme

The first few times I used Airbnb to stay with somebody, I brought my hosts stroopwafels and some very old Dutch cheese. Over the past few years I’ve lost that sentiment. Now, I see what has been termed the ‘sharing economy’ as a way for large information monopolies to monetize any excess social capital, while outsourcing all risks to their workers (they don’t call them workers, as workers have rights).

I’ve read a lot about how impossible it is to earn a decent living in this ‘sharing economy’ (read Morozov for example) but Benjamin Walker’s Theory of Everything trilogy of podcasts titled ‘Instaserfs’ still really made me think. In the series Andrew Callaway is asked to “drive, shop, clean, deliver, and serve for a whole month” and to record his experiences.

Ethan Zuckerman has done an excellent job explaining why you should listen to the shows, below are just a few things that I noticed.

Andrew could have probably made a lot more money if he had invested more time in referrals. Nearly all the companies he worked for spent a lot of time trying to teach him how to find other people who would do the same. This is why he starts calling it the ‘pyramid scheme economy’ at some point.

I used to think that these services were dehumanizing the workers (basically letting them do the pattern recognition tasks that the algorithms can’t do yet), but the show makes a convincing case that the customers are the ones that are becoming less human. At some point Andrew has to wait is getting a burrito for someone. First he can’t find parking and then he has to wait in line. Everything is taking a long time, so he knows that both the service he is working for and the customer are getting upset. He then asks himself the question: how can you ever learn empathy if you don’t never have to share the experience of waiting in line.

The final episode is a little bit too designed for my taste, but I did appreciate Mary Gray’s commentary on the general precariousness of work. Will this be something that most of us will have to start dealing with in the next few years?

You can find the episodes here: Instaserfs part 1, part 2 and part 3.

Image by Flickr user ironpoison, CC BY-NC 2.0. Oh, and if you haven’t read Adam Greenfield’s Uber, or: The technics and politics of socially corrosive mobility, then you should.

Changing the Responsibility for Learning

Last week has been a busy week with both the E-learning Event and a webinar for En Nu Online. I’ll share some of the presentations that I did in this short post.


Based on my presentation at last year’s E-learning Event I was interviewed by the Tijdschrift voor Coaching about culture and the quantified self. You can read a PDF of the Dutch interview by clicking the image below:

Culture and the Quantified Self
Culture and the Quantified Self

Marcel de Leeuwe and I hosted a session at the E-learning Event on Do-It-Yourself learning (building on what we had done earlier at the Masie conference last year). The slides are available on SlideShare.

[slideshare id=18969719&doc=ele2013-diylearning-dezwart-deleeuwe-130416235818-phpapp02]

We copied one of Mitra’s Self Organized Learning Environment (SOLE) experiments and gave all the attendees a challenging assignment to be solved by themselves in groups of four while Marcel and I walked out of the room for 20 minutes. This gave us interesting results: the attendees had no problem engaging with the assignment and were hard to stop after 20 minutes of discussion, while Marcel at the same was struggling with letting go (“Can we please check whether they are doing ok? Shouldn’t we tell them they only have 10 minutes left?”). This taught us that it is often our own behaviour as educators that is an inhibitor for people making themselves responsible for their own learning.

Minimally invasive pedagogy (as Mitra calls it) could then be a way to battle the now pervasive learned helplessness.


During the boardroom session at the E-Learning event I worked with Marcel (again) and Ruud Smeulders to deliver a masterclass on Learning Business Models. I’ll publish a full post about that session a little bit later.


In the webinar for En Nu Online we also discussed self-organized (or self-directed) learning. I did a short presentation, explained my rules for a Socratic conversation and then we discussed on the basis of a few questions. One interesting topic we addressed was the balance between providing a safe learning environment while at the same luring the learner into a stretch or into a zone where they are less comfortabe. The webinar has been recorded (there were some technical issues during the start, heroically battled by Sibrenne Wagenaar and Joitske Hulsebosch). You can view the Dutch recording on YouTube:

https://www.youtube.com/watch?v=Ae2DgT0IONE

Society as a Platform for Learning

I’ve written before about the #4T2 project by Kennisnet. A while back I was interviewed by Wietse van Bruggen about a concept, society as a learning platform, that we brainstormed in a small subgroup. Below in Dutch what we discussed. You can find the original here.

Tijdens de #4T2 brainstorm op 22 juni hebben de leden van de denktank hun ideeën gepitcht en samen de meest kansrijke concepten uitgewerkt. Dit zijn concrete innovatie-activiteiten die het innovatie team van Kennisnet in het programma voor 2013 gaat opnemen.

Eén daarvan betreft de ‘maatschappij als platform voor het leren’, een idee dat is uitgedacht door Niels Gouman, Hans de Zwart, Iris van Gelder, Thijmen Stavenuiter, Frida Hengeveld en Wietse van Bruggen. In dit model wordt er binnen een soort online marktplaats een match gemaakt tussen vraag en aanbod. De maatschappij wordt daarbij gezien als de bron voor kennis en competenties. Iedereen in de maatschappij zou deze kunnen aanbieden aan lerenden. Wietse van Bruggen sprak over dit concept met #4T2-lid Hans de Zwart.

Society as a Platform for Learning
Society as a Platform for Learning

Kun je kort het idee uitleggen?

De basis van het idee is het ontscholen van de maatschappij, het demonopoliseren van de school als enige instituut waar het leren plaatsvindt. Met behulp van technologie zou2e de gehele maatschappij als platform voor het leren moeten kunnen fungeren. Met behulp van vouchers die de overheid geeft aan individuele leerlingen kunnen zij zelf beslissen voor welke skills, vaardigheden en kennis ze een voucher willen inzetten. Technologie moet helpen door als een soort makelaar te fungeren tussen vraag en aanbod. Iedereen in de maatschappij zou op een platform kenbaar kunnen maken welke skills, competentie of kennis ze iemand kunnen bijbrengen. Afhankelijk van de leervraag van de lerende kan er dan een match gemaakt worden tussen vraag en aanbod.

Als je bijvoorbeeld Japans wilt leren, dan zou je in plaats van een opleiding Japans te volgen ervoor kunnen kiezen bijvoorbeeld in een sushi restaurant aan de slag te gaan en daar Japans te leren van de koks. Of te kijken bij andere organisaties, bedrijven of individuen waar je deze skill op kan doen. Iedereen in de maatschappij kan iets bijdragen in dit systeem.

Daarnaast heeft iedere lerende een coach. Zeker voor jonge kinderen is er iemand nodig die je tot op zekere hoogte monitort, leert kennen en het brede perspectief voor blijft houden. Deze coach kan middels technologie inzichtelijk houden waar een leerling staat (ook wel learning analytics genoemd).

Wat is de onderliggende behoefte?

Met dit model kan je veel gerichter aansluiten op de behoefte van de leerling zelf. Daar sluit je nauwer op aan en het zou een efficiëntere manier van leren met diepgang kunnen zijn. Scholen zijn traditioneel gezien gericht op massa en niet op personalisatie. Door het individu veel centraler te stellen kan je veel beter gepersonaliseerd onderwijs verzorgen.

Wat verandert er door dit idee?

Als je dit echt gaat doen dan heb je het over een structurele verandering van onze maatschappij. Functies die scholen nu hebben plaats je terug in organisaties, bedrijfsleven en andere instellingen. Vakspecifieke docenten heb je eigenlijk niet nodig in dit model. Voor heel jonge kinderen zul je nog een schoolachtige omgeving willen organiseren. Maar een klassieke invulling van vakken is er niet. De lerende en de skills, competenties en kennis staan centraal, en daarom is iets als een vak niet relevant.

Welke vraag of probleem wordt hier door opgelost?

Het is een oplossing voor de steeds groter wordende disconnect tussen wat er op school en daarbuiten gebeurt. De manier waarop leerlingen communiceren, buiten school werken en bezig zijn is fundamenteel anders dan op school. Het feit dat je als leerling je telefoon soms moet uitzetten of zelfs inleveren op school is daar een symptoom van.

Welke actie zou je nu kunnen ondernemen?

Je zou kunnen spelen met het idee van een makelaar op het gebied van skills en leerervaringen. Hoe zou je een soort matchmaker machine kunnen maken die dit mogelijk maakt? Het is echter ook moeilijk om dit klein aan te pakken, omdat het zo allesomvattend is. Wat je zou kunnen doen is proberen om leerervaringen buiten school te creëren en te organiseren in plaats van dit gelijk in de realiteit van het huidige onderwijsmodel proberen uit te voeren. Het model zorgt er namelijk voor dat je heel veel dingen los moet laten. Dat kan voor scholen moeilijk zijn om te doen. Leuke voorbeelden om van af te kijken zijn bijvoorbeeld learnable.com, udemy.com en skillshare.com.

Wat gaat Kennisnet Innovatie in 2013 doen met dit concept/idee?

Kennisnet organiseert een brainstorm met potentiële partijen die aanbod kunnen bieden binnen dit model en learners, de vragenstellers binnen dit model, om het vraagstuk verder op te pakken en de werking van het marktplaats model verder uit te werken. Daarbij maken we gebruik van de ervaringen uit bestaande vergelijkbare initiatieven.